Wat de oarloch mei ús die

Vliegtuigcrash bij Workum kostte zes mensenlevens

In de nacht van 4 op 5 mei 1943 stortte bij Workum een Britse Lancaster bommenwerper neer. Het toestel was opgestegen vanaf het vliegveld Holme-on-Spalding Moor ten noordwesten van Hull. Met bijna zeshonderd andere vliegtuigen had het deelgenomen aan een grootschalige luchtaanval op de Duitse industriestad Dortmund in het Ruhrgebied. Het geallieerde bombardement veroorzaakte daar veel schade en kostte aan 693 inwoners het leven.
Op de terugvlucht naar Engeland werd de Lancaster W4888 boven het IJsselmeer door een Duitse nachtjager onderschept en beschoten, waarna het toestel in brand raakte. De vlammenzee aan boord liet de Zuid-Afrikaanse piloot Nicholas James Stanford geen andere keuze dan het uitvoeren van een snelle noodlanding.
Hij slaagde er in om het gehavende vliegtuig terug naar de Friese kust te manoeuvreren. Voordat de Lancaster aan de grond kon worden gezet sloeg het noodlot toe en explodeerde het vliegtuig. Het staartstuk boorde zich door het dak van een bijgebouw van de zathe "Westerein" van de familie Dijkstra. De overige resten van het vliegtuig stortten ten zuiden van de Alde Dyk neer tussen de boerderijen van de families Lootsma en Westerhuis, ongeveer ter hoogte van de huidige Sudergoawei (N359).
Zes van de zeven bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. De navigator Ralph Duncan Paterson was de enige die zich nog net op tijd per parachute in veiligheid kon brengen. Al snel bleek dat Paterson aan boord van het vliegtuig zware brandwonden aan zijn gezicht, handen en knieën had opgelopen. Hij werd door sluiswachter Simon Wiersma, die hem had gevonden, overgedragen aan de Workumer huisarts Bernhard Noordhoff, die van de Duitsers toestemming kreeg om de Engelse vliegenier thuis te verplegen.
Vanaf zijn ziekbed aan de Begine zag Paterson hoe op 7 mei 1943 de begrafenisstoet van vijf van zijn gesneuvelde kameraden passeerde naar de Algemene Begraafplaats. Het zesde slachtoffer, de staartschutter John Milner Hadfield, werd daar op 10 mei ook ter aarde besteld. Hij was uit het vliegtuig geslingerd en werd pas een paar dagen na de crash gevonden.
Na drie dagen haalden de Duitsers Ralph Paterson op uit Workum. Ze brachten hem over naar het Bonifatiusziekenhuis in Leeuwarden en later naar een militair ziekenhuis bij Frankfurt. Toen hij voldoende was hersteld, werd hij opgesloten in het krijgsgevangenkamp Stalag Luft III bij Sagan in Silezië. Daar hielp Pilot-Officer Paterson mee aan de voorbereidingen van 'The Great Escape'. Na de Duitse capitulatie in mei 1945 keerde hij, als enige overlevende van de tragedie, naar Engeland terug.

Op de foto zijn is men bezig met het bergen van de resten van de Lancaster.

Op 16 april 2015 wordt op de plaats van de crash een monument onthuld.

Met dank aan Alexander Tuinhout en Douwe Drijver van de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF)